Verjaring: een lastig onderwerp

Verjaring: een lastig onderwerp

In een recent artikel van R. M. van Opstal &. E. Baljić , Gst. 2016/82, Verjaringsperikelen van overheden omtrent zakelijke rechten, wordt nog eens benadrukt dat verjaring een lastig onderwerp is en blijft. Met name aan het criterium van ondubbelzinnige inbezitneming wordt niet snel voldaan. De rechtspraak blijft casuïstisch en divers. Indien de titel van gebruik een andere is dan inbezitneming, bijvoorbeeld houderschap, huur, gebruik of pacht, is het aan te bevelen deze gebruikstitel schriftelijk vast te leggen. Op luchtfoto’s is daarnaast goed te zien wanneer er feitelijke  veranderingen in een toestand zijn ontstaan en kan een inschatting worden gemaakt wanneer een eventuele verjaringstermijn is gaan lopen. De enkele stuiting van een verjaring biedt slechts soelaas voor zes maanden. Binnen zes maanden na stuiting dient immers een rechtsvordering tot ontruiming ingesteld te worden. In een procedure rust de bewijslast van verjaring op degene die zich daarop beroept. Het is dus van belang om altijd onderbouwing van een standpunt te vragen dat ziet op verkrijgende of bevrijdende verjaring. Ook is van belang dat het illegale gebruik van grond soms op basis van het publiekrecht aangepakt kan worden. Indien mogelijk is dat de goedkoopste oplossing om het illegale gebruik van grond te stoppen. Van belang is daarbij dat ook het procesinitiatief wordt omgedraaid. In plaats van dat een overheid een gang naar de civiele rechter moet maken, is het nu aan de illegaal grondgebruiker om deze gang naar de civiele rechter te maken Voor zover in het kader van een goede ruimtelijke ordening mogelijk, blijft het echter de kortste klap om de grond aan de illegale gebruiker te koop, te huur of ten titel van gebruik aan te bieden. In een groot aantal gevallen leidt dat tot een voor alle partijen bevredigende oplossing.